Het Sprookje van Gravin Judith
Deel 1: Een Prinses met een Eigen Wil
Lang, lang geleden, in een prachtig kasteel in Frankrijk, werd een prinsesje geboren. Het was in de herfst, toen de blaadjes goud en rood kleurden. Haar papa, koning Karel de Kale, en haar mama, koningin Ermentrudis, noemden haar Judith. Vanaf haar allereerste kreetje wist iedereen: dit is geen gewoon prinsesje. Ze had een vonkje in haar ogen dat beloofde dat ze haar eigen avonturen zou kiezen. Omdat ze de achterkleindochter was van de beroemde keizer Karel de Grote, was ze een heel belangrijke prinses. Andere koningen zagen haar als een kostbaar juweel, waarmee ze hun koninkrijken sterker konden maken.
Nog voor ze kon hinkelen, werd haar toekomst al bepaald. Een oude koning uit Engeland, Æthelwulf, kwam op bezoek. Hij zocht hulp tegen de wilde Vikingen die zijn land aanvielen. Daarom trouwde de twaalfjarige Judith met deze oude koning. Ze zeilde over de zee en werd in Engeland tot koningin gekroond, wat heel bijzonder was voor zo'n jonge prinses. Maar Judiths hart verlangde naar iets anders. Haar levensverhaal was als een rivier die nog zijn eigen weg naar de zee moest vinden.
Bijhorede muziek: Summertime (G. Gershwin). Dit tedere wiegenlied uit Porgy and Bess zingt de kersverse mama zachtjes voor haar pasgeboren prinsesje.
Deel 2: Een Geheime Liefde
Judiths tijd als koningin van Engeland duurde niet lang. Na twee jaar stierf de oude koning en was Judith, nog maar veertien jaar oud, al een weduwe. Toen gebeurde er iets wat niemand verwachtte: ze trouwde met haar stiefzoon, de nieuwe koning Æthelbald. Dat was iets wat volgens de regels van het land en de kerk eigenlijk helemaal niet mocht. Helaas stierf ook hij heel snel. Op haar zestiende was Judith opnieuw alleen. Ze moest haar spullen verkopen en terugkeren naar haar vader in Frankrijk.
Haar vader, de koning, was een beetje boos, maar hij wist ook dat zijn dochter nog steeds een heel belangrijke prinses was. Hij stuurde haar naar een klooster in het stadje Senlis. Daar moest ze veilig wachten tot hij een nieuwe man voor haar had gevonden. Maar Judith had haar eigen plannetjes. Rond Kerstmis ontsnapte ze stiekem, met een beetje hulp van haar broer Lodewijk. Ze werd opgewacht door Boudewijn, een stoere en sterke graaf die de 'IJzeren Arm' werd genoemd. Ze werden op slag verliefd. Het was een liefde zo sterk als een storm, en samen vluchtten ze het avontuur tegemoet.
Bijhorede muziek: A Dream Is a Wish Your Heart Makes (uit Assepoester). Hoewel Judiths leven niet altijd liep zoals gedroomd, bleef ze geloven in haar wensen en dat belooft veel goeds voor haar toekomst.
Deel 3: De Vlucht in de Nacht
Toen de koning hoorde dat zijn dochter was ontsnapt, was hij razend. Hij liet door het hele land vertellen dat Judith en Boudewijn ongehoorzaam waren en dat niemand hen mocht helpen. Voor het verliefde paar begon een spannende reis. Ze werden opgejaagd door de soldaten van de koning. Ze vluchtten eerst naar het land van Judiths neef, maar zelfs daar waren ze niet veilig. Daarom besloten ze om helemaal naar Rome te reizen, een lange tocht over de bergen. Ze wilden hun verhaal vertellen aan de Paus, de enige man die machtiger was dan de koning.
In de donkere nacht galoppeerden ze op hun paarden door mistige velden en enge bossen. Ze hadden alleen elkaar en hun liefde om hen de weg te wijzen. Ze wisten niet waar ze zouden eindigen, maar ze waren op weg naar een nieuw land aan de zee. Een wild land vol moerassen en bossen, dat later, dankzij hen, Vlaanderen genoemd zou worden.
Muzikale noot: O Mio Babbino Caro (G. Puccini). Deze aria is een smeekbede aan een vader om te mogen trouwen met de man die je liefhebt, maar Judiths vader luisterde niet en dus sloeg ze met Boudewijn op de vlucht.
Deel 4: De Koning en de Paus
In Rome vonden Judith en Boudewijn een vriend in de Paus. Hij was een slimme en vriendelijke man die goed kon praten. De Paus vond dat iedereen zelf mocht kiezen met wie hij of zij wilde trouwen. Hij geloofde in de liefde van Judith en Boudewijn en besloot hen te helpen. Twee jaar lang stuurde hij brieven naar de boze koning Karel. Hij vroeg de koning om het paar te vergeven.
Uiteindelijk gaf de koning toe. Hij wist dat de Paus gelijk had, en hij begreep ook dat de dappere Boudewijn hem kon helpen om het land te beschermen tegen de Vikingen. In het stadje Auxerre werd het huwelijk van Judith en Boudewijn eindelijk officieel gezegend. Haar vader was er niet bij, maar hij had zijn toestemming gegeven. Het was een grote overwinning! Ze hadden niet alleen voor hun liefde gevochten, maar hadden nu ook een eigen land gekregen om voor te zorgen.
Bijhorende muziek: Think of Me (A.L. Webber). Ondanks de ruzie bleef de familieband sterk, want diep vanbinnen wilden ze allemaal bij elkaar zijn, ook al leken de meningsverschillen onoverbrugbaar.
Deel 5: Het Land van Vlaanderen
Nu alles goed was gekomen, konden Judith en Boudewijn beginnen aan hun grote droom. Boudewijn kreeg het land Vlaanderen om over te heersen, en hij was er de perfecte graaf voor. Hij vocht dapper tegen de Vikingen en beschermde de mensen. Zijn bijnaam 'de IJzeren Arm' was bekend in heel Europa. Samen veranderden ze het wilde land in een veilige en bloeiende plek. Ze bouwden sterke kastelen en hoge muren om steden als Arras, Brugge en Gent.
Deze kastelen waren niet alleen om de mensen te beschermen, maar ook plekken waar dorpjes konden groeien. Ze zorgden voor kerken en abdijen en moedigden de mensen aan om te handelen en mooie dingen te maken. Boudewijn woonde het liefst in Brugge, maar overal in Vlaanderen kon je zien dat er goed voor het land werd gezorgd. Judith en Boudewijn waren de bouwers van Vlaanderen, en hun droom werd werkelijkheid.
Muzikale noot: Habanera (G. Bizet). Liefde is een rebelse vogel, en door hun koppigheid en trouwe band zorgden Judith en Boudewijn voor hun eigen geluk en voorspoed.
Deel 6: Het Bruisende Gent
In het hart van hun nieuwe land lag een stad die extra hard schitterde: Gent. De stad had al twee belangrijke abdijen en lag op een slimme plek waar twee rivieren samenkomen. Dankzij de sterke muren van Boudewijn werd Gent een veilige haven voor iedereen. Er kwamen handelaars, bakkers, wevers en kunstenaars wonen. Schepen voeren de rivieren op met hun buiken vol spulletjes uit verre landen, zoals wol uit Engeland en lekkere wijn uit het zuiden.
De straten van Gent waren altijd vol leven. Je hoorde er het geroep van de verkopers op de markt, het gelach van spelende kinderen en het vrolijke getik van de weefgetouwen, die het beroemde, zachte laken van Vlaanderen maakten. Dankzij de goede zorgen van Judith en Boudewijn werd Gent een rijke en vrolijke stad, vol kleur en avontuur.
Bijorende muziek: I Could Have Danced All Night (F. Loewe). In het bruisende en levendige Gent, dat dankzij Judith en Boudewijn tot bloei kwam, mag gedanst worden!
Deel 7: Judith, de Moeder van Vlaanderen
De jaren vlogen voorbij. Judith en Boudewijn kregen lieve kinderen, waaronder twee zonen, Boudewijn II en Rudolf. Zo zorgde Judith ervoor dat haar familie nog heel lang en gelukkig over Vlaanderen zou heersen. Ze was niet langer een pion in het spel van koningen, maar de wijze moeder van een heel land. Haar leven was kort, want ze stierf toen ze nog maar 26 jaar oud was. Haar dappere Boudewijn leefde nog tien jaar langer en werd begraven in een abdij in Frankrijk.
Maar het verhaal van Judith was nog lang niet voorbij. Haar familie werd zo belangrijk, dat de takken van haar stamboom reikten tot ver over de zee, helemaal tot in Engeland. De koningen en koninginnen die daar later zouden heersen, waren allemaal familie van haar. Haar sprookje, over een prinses die haar hart volgde en haar eigen koninkrijk bouwde, werd een legende. En hoewel niemand precies weet waar ze begraven ligt, fluistert de wind in de oude straatjes van Gent nog steeds de naam van haar allereerste, dappere gravin: Judith.
Bijhorende muziek: The Diva Dance (uit The Fifth Element). Dit unieke nummer viert de ijzeren wil en het doorzettingsvermogen van Judith, een diva die geschiedenis schreef en gevierd mag worden.